Geventileerd

Vocht

Er zijn twee soorten vocht van invloed op leistenen daken en gevels.

  1. Woonvocht
    Vocht dat in een gebouw ontstaat, wordt naar boven getransporteerd. Wanneer dit vocht de kapconstructie bereikt, moet het naar buiten worden afgevoerd.
  2. Condensatievocht
    Condensatie ontstaat doordat lucht afkoelt door het koudere oppervlak van het dak en het dauwpunt bereikt. Belangrijk is dat dit dauwpunt op de goede plek in de constructie zit en het condensatievocht wordt afgevoerd.

Opbouw geventileerde achterconstructie

Om vocht af te voeren is een geventileerde constructie als volgt opgebouwd:

  1. In de dakdoos of tussen gordingen wordt isolatie aangebracht. Hierover heen komt een dampopen waterkerende folie. Het is overigens een misverstand dat dit een dampscherm zou moeten zijn. Dan kan het vocht juist niet worden afgevoerd.
  2. Op de folie wordt een lat aangebracht voor de ventilatiespouw. Hierover heen worden ruig vuren delen gemonteerd. Standaard zijn deze 25 millimeter dik en 100 of 150 millimeter breed. Deze worden aangebracht als vol beschot. Dat wil zeggen met een tussenruimte van maximaal 15 millimeter. Bij een groter formaat leisteen en bepaalde dekkingen kan worden volstaan met houten latten in plaats van een vol beschot.
  3. De ruig vuren delen fungeren als spons. Zij vangen het condensatievocht op en transporteren het naar de spouw.
  4. Ten slotte is essentieel dat de luchtinlaat en -uitlaat goed worden uitgevoerd. Hier komen waterdichtheid, ventilatie, expansie en esthetica om de hoek kijken. Kennis en ervaring op deze gebieden is essentieel om aan alle detaileisen te voldoen. Vaak zien we dat het misgaat, omdat een bepaald item de overhand heeft gekregen. Of er is een fijne detaillering zonder luchtinlaat toegepast. Of er is juist een hele grove detaillering, maar wel met luchtinlaat. De kunst is het optimum van alle eisen te bereiken.